Amsterdams als volkstaal
Het Amsterdamse stadsdialect heeft een speciale uitspraak en een eigen woordenschat. In principe wordt het Amsterdams gesproken door mensen geboren en getogen in Amsterdam. Mede dankzij de media heeft het Amsterdams zich verspreid en ook elders in Nederland worden woorden gebruikt die uit het Amsterdamse stadsdialect komen.
Stadsdialect
Plat Amsterdams is een stadsdialect zoals gesproken door de volksklasse. Dit dialect heeft veel woorden overgenomen uit het Jiddisch en Bargoens. Jiddisch is de taal die de Joodse immigranten spraken toen zij zich in de zeventiende eeuw in Nederland vestigden. Bargoens is de geheime taal van de onderwereld. Het Amsterdams gebruikt zowel Jiddische als Bargoense woorden.
Typisch Amsterdamse woorden
Veel van deze woorden vonden ook een plaats in het standaard Nederlands, andere worden vrijwel uitsluitend in Amsterdam gebruikt zoals
* Gleuvenrijder - trambestuurder
* Sijssie – vogel
* Drijfsijssie – watervogel, meestal een eend
* Schijthuis - bangerik
* Afgepeigerd - doodop
Kenmerken van het Amsterdamse stadsdialect
* Verkleinwoorden eindigen op –ie: wiegje - wiegie
* Kenne in plaats van kunnen
* De letter V en de letter Z aan het begin van een woord worden F en S: veel zon – feel son..
Typisch Amsterdamse uitdrukkingen met de vertaling in ABN:
- klep houwestil blijven, mond houden
- gedeisd houwekalm blijven
- schlemielsukkel
- uit je doppen kijkenuitkijken
- hij smeert 'mhij gaat weg
- ontiegelijkenorm
- maffenslapen
- mesjoggegek
- ouwehoerenveel praten
- pingelenonderhandelen
- mij een biethet zal me een zorg zijn
- gappenstelen
- bonjeruzie
- geinpret
- tillenoplichten
- lulletje rozewaterslapjanus
- jennensarren
- Jan met de petarbeider
- tabak van hebbengeen zin meer hebben
- scharrellosse relatie
- gozerkerel
- emmerenzeuren
- er sjoege van hebbener verstand van hebben
- kwatsonzin
- kliekieopgewarmd eten
mus | meer woorden a.u.b.