








Jiddische woorden in het Nederlands
Stennis (maken), geteisem, mazzel, alles kits zijn een paar voorbeelden van Jiddische woorden in het Nederlands. Na verloop van tijd gingen ook niet-Joden deze woorden gebruiken en werden Jiddische woorden deel van de Nederlandse taal.
Jiddisch
Veel woorden in het Nederlands komen oorspronkelijk uit het Jiddisch, de Duits-Hebreeuwse mengtaal van de Joden die zich in de zeventiende eeuw in Amsterdam vestigden en oorspronkelijk uit Polen en Duitsland kwamen. Deze mengtaal werd gesproken door de Joodse immigranten op markten, in cafe's en winkels. Veel niet-Joden namen woorden en uitdrukkingen over zodat deze volkstaal zich spoedig verbreidde. De hogere standen in Amsterdam voegden deze woorden toe aan hun vocabulair. Ten slotte werden deze van oorsprong Jiddische woorden ook elders in Nederland gebruikt.
Integratie
In het begin van de negentiende eeuw verbood Koning Willem II het gebruik van het Jiddisch in de synagoges. De Koning was van mening dat wanneer de rabbijn de gemeente in het jiddisch toesprak, dit niet goed was voor de integratie. Niets nieuws onder de zon want nu wordt hetzelfde gezegd van de taal die in de moskee wordt gebruikt.
Een aantal vaak gehoorde Jiddische woorden in het Nederlands:
- gallischkwaad, wrevelig
- bajesgevangenis
- hoteldebotelniet goed in staat om na te kunnen denken
- kaffer(als scheldwoord) boer, lomperd
- jathand
- ponemgezicht
- ramsjongeregelde handel
- gozerjongeman
- smerispolitieagent
- gabbervriend
- lefdurf
- togusachterwerk, anus
Erik | Ik wijs jullie graag op dit artikel, een aardige top 50 van Jiddische woorden in het Nederlands: http://historiek.net/top-50-jiddische-woorden-in-het-nederlands/60629/