Marten en Oopjen in het Rijksmuseum
Rembrandt-portretten als foto's. In de zeventiende eeuw, in Rembrandts tijd, was de fotografie nog niet uitgevonden en als mensen zich wilden laten vereeuwigen, gingen ze naar een portretschilder, Rembrandt bijvoorbeeld. Dat is precies wat Marten en Oopjen Soolmans een jaar na hun huwelijk deden. Rembrandt schilderde niet één schilderij van jonggehuwden , maar schilderde er twee: één van Marten en één van Oopjen. Eén schilderij zou veel goedkoper zijn geweest, maar Marten was duidelijk in goede doen.
Nederlands en Frans gezamenlijk-eigendom
De Nederlandse en Franse overheid kochten gezamenlijk deze twee Rembrandts van de Franse familie Rothschild. De portretten waren sinds de negentiende eeuw in particulier bezit en werden zelden tentoongesteld. Het was de bedoeling dat deze twee doeken afwisselend in Amsterdam en Parijs tentoongesteld zouden worden, maar momenteel bevinden ze zich nog steeds in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Geinspireerd door Caravaggio
De kunstacademie bestond niet in de zeventiende eeuw. Wanneer je kunstschilder wilde worden ging je in de leer bij een zelfstandig meester-schilder en dat is precies wat Rembrandt deed. Zijn eerste meester was Jacob van Swanenburgh die enige tijd in Italië woonde en werkte en daar kennis maakte met de werken van Michelangelo en Caravaggio.
Clair-obscur
Rembrandts tweede meester was Pieter Lastman die ook werd geinspireerd door Caravaggio. Zowel van Swanenburgh als Lastman waren onder de indruk van het clair-obscur, het dramatische licht-donker contrast, dat Caravaggio's werk typeert en dat Rembrandt zo beroemd maakte.
Meester en leerling
Een leerling schilder hielp zijn meester door gedeelten van een schilderij voor zijn rekening te nemen of door kopieën te maken van schilderijen waar veel vraag naar was om zo meerdere exemplaren te verkopen. Ook leerde de aankomende kunstschilder pigmenten te mengen om zo de juiste kleur verf te verkrijgen.
Oefening baart kunst
Het was voor portret- en ander kunstschilders gebruikelijk om allerlei voorwerpen in hun atelier te hebben: exotische schelpen, ganzenveren en bokalen maar ook brocaat, fluweel en fijngekloste kant. Dit alles werd als oefening minitieus nageschilderd. De kunstschilder moest ook verstand hebben van anatomie want hoe zou hij anders natuurgetrouwe handen kunnen schilderen?
Marten en Oopjen
Nadat Rembrandt zich bekwaamd had en zelf leerling-schilders onder zich had, bleef hij zijn stijl verfijnen. Zo schildert hij vroeg in zijn carrière een hele reeks zelfportretten om zich te bekwamen in gelaatsuitsdrukkingen. Rembrandt begon naam te maken en kreeg steeds meer opdrachten. In 1642, een jaar na hun huwelijk, wenden Marten en Oopjen Soolmans zich tot Rembrandt met de opdracht zich te laten portretteren door de toen 28-jarige kunstschilder. Het stel zit goed in de slappe was en de twee portretten stralen luxe, rijkdom en allure uit.
Marten
Marten kijkt zelfverzekerd in het rond vanonder zijn flamboyante hoed. De platte kraag en de handschoen in zijn hand zijn dé mode-items uit die dagen. Nu zou hij een i-Phone in zijn hand hebben gehad. De zilverband aan zijn zijden kousen en de gigantische rozetten op zijn hooggehakte schoenen waren ook voor de mode van toen opzienbarend.
Oopjen
Oopjens japon en grote kraag van kloskant, de haardracht, de verenwaaier en de zwarte sluier tonen een zeer modebewuste jonge vrouw. Een mouche op haar slaap accentueert haar lichte huid. Aan haar rechterwijsvinger draagt ze een gouden ring met zwarte steen en aan haar andere hand een ring met een diamant. Verder prijkt om haar hals een parelketting met een gouden hanger.
Rembrandt en Marten en Oopjen
Rembrandt toont zijn meesterschap in de portretten van Marten en Oopjen: de gedetailleerde kanten kragen zijn levenecht geschilderd alsof je ze zou kunnen aanraken, de plooien in de kleding, de structuur van de stof, de glans op de zijden kousen en de stralende parels. Dit werk is als het ware Rembrandts visitiekaartje. Waarschijnlijk was dit technisch correcte en prestigieuze werk het begin van een reeks belangrijke opdrachten met als hoogtepunt de opdracht van de compagnie van Frans Banninck de Cocq, beter bekend als de Nachtwacht.
Marten en Oopjen in het Rijksmuseum
Marten en Oopjen werden in 2016 gezamenlijk aangekocht door de Nederlandse en Franse overheid voor € 160 miljoen en zijn sinds dat jaar te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Het oorspronkelijke plan was dat de schilderijen afwisselend vijf jaar in het Rijksmuseum in Amsterdam en vijf jaar in het Louvre in Parijs te zien zouden zijn. Het Rijksmuseum heeft de portretten echter nog steeds in bruikleen van de Nederlandse en Franse overheid en er is nog geen einddatum voor de tentoonstelling vastgesteld.
Volgend artikel: Rijksmuseum: een schatkist vol kunst
Vorig artikel: Van Gogh Museum