Het huis van de gebroeders Trip
Het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam is een typisch voorbeeld van een grachtenpand waar een rijke koopman in de zeventiende eeuw woonde – hoe breder de voorkant des te rijker de eigenaar. Het huis toont veel details van wapens – mortieren, kanonslopen, kanonskogels - want de bewoners en eigenaren waren wapenhandelaren. Niet alleen de rijken woonden aan de gracht, de bedienden woonden soms ook in een grachtenpand. Hun huizen kenmerkten zich door zeer smalle gevels.
De gebroeders Trip
De rijke gebroeders Trip, Louis en Hendrick, handelden in koper, ijzer, wapens en munitie, en bezaten in Zweden mijnen, ovens, smederijen en geschutgieterijen. Ze hadden de verkoop van munitie in vrijwel geheel Europa in handen. In de Gouden Eeuw was het niet langer de stadhouder of de kerk de gezagdragende autoriteit maar een kliek van zeer welvarende Amsterdamse burgers, waaronder de gebroeders Trip die het voor het zeggen hadden en in feite het land bestuurden.
Het Trippenhuis
Weelderige grachtenpanden
De rijkdom van de bourgeoisie uitte zich in het bouwen van weelderige grachtenpanden zoals het Trippenhuis in Amsterdam. Alleen welvarende en bevoorrechte Amsterdammers waren in staat om zulke grote en overdadig versierde herenhuizen te bouwen. In de zeventiende eeuw breidde Amsterdam zich snel uit en een gebrek aan woningen was het resultaat.
Om het woningnoodprobleem op te lossen, werd de afmeting van een bouwkavel door hogerhand opgelegd. Zo mocht de gevel niet breder zijn dan 9 meter en betaalden de bewoners belasting op basis van de breedte van hun huis. De gebroeders Trip kregen twee aangrenzende percelen toegewezen. Het betalen van de belasting was peanuts voor hen. Zij gaven Justus Vingboom, de meest getalenteerde architect in Amsterdam, opdracht hun pand aan de Kloveniersburgwal te ontwerpen.
Trippenhuis in Amsterdam
De bouw van het Trippenhuis was klaar in 1662. De gebroeders Trip met hun gezinnen betrokken hun nieuwe onderkomen. Hoewel het leek alsof het pand één huis was, bestond het uit twee aparte woningen. Nepramen in het midden van de gevel tonen de scheiding van beide huizen. Korinthische zuilen en een imposante fries weerspiegelen de status van de broers. De schoorstenen lijken op mortieren. Vruchtenslingers, olijf- en palmtakken, symbolen van vrede, sieren de gevel. In het timpaan is het familiewapen te zien, geflankeerd door kanonslopen een voorraadje kanonskogels. Niets loochent het feit dat de gebroeders Trip wapenhandelaren waren.
Het huis van de koetsier
De mopperendede koetsier
Toen de gebroeders Trip hun pas gebouwde grachtenpand betrokken, mopperde hun koetsier dat hij blij zou zijn met een huis ter grootte van hun voordeur. Hij kreeg wat hij wilde. Het huis van de koetsier, getooid met twee stenen sfinxen, was slechts 2,5 meter breed. Naar verluidt werd het gebouwd met stenen die over waren van het hoofdgebouw. Het bescheiden huisje van de koetsier staat aan de overkant van de gracht, tegenover dat van zijn werkgever.
Het huidige Trippenhuis
In het begin van de negentiende eeuw werd het huis omgebouwd tot één gebouw en huisvestte de Amsterdamse kunstcollectie totdat de kunstwerken een thuis vonden in het pas-gebouwde Rijksmuseum. Nu is het Trippenhuis de zetel van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschap en is niet toegankelijk voor het publiek.
Adres
Trippenhuis
Kloveniersburgwal 29, Amsterdam
Het kleine Trippenhuis
Kloveniersburgwal 26, Amsterdam
Volgend artikel: Boeddhistische tempel aan de Zeedijk
Vorig artikel: Het smalste huis in Amsterdam
foto's Marianne Crone