Verbleekte kleuren bij Van Gogh
De schilderijen van Vincent van Gogh in zijn beginperiode kenmerken zich door duistere kleuren. Wanneer hij in 1886 in Parijs komt, ontdekt hij kleur. Zijn felle kleuren, vooral de rode kleuren, zijn aan het verbleken.
Toen Vincent van Gogh in Saint-Rémy-de-Provence woonde, schilderde hij Amandelbloesem. Een prachtig stilleven van ontluikende amandelbloesem tegen een helderblauwe lucht. De bloesemknoppen zijn nu teer wit maar waren roze toen het doek pas geschilderd was.
Van Gogh wist dat de pigmenten die hij gebruikte instabiel waren. Daarom zette hij zijn kleuren extra fel aan, zo schreef hij in een van zijn brieven aan zijn broer Theo. Niet alleen verbleekte de rode verf, ook gebeurde dit met paarse verf die nu blauw is. Dit is goed te zien aan de paarse irissen in Irissen bij Arles, die zijn nu blauw.
Vincent van Gogh (1890) Amandelbloesem
Het Van Gogh Museum in Amsterdam kan het verbleken van de kleuren niet stoppen. Wel wordt er geprobeerd dit proces te vertragen. Dit wordt o.a. gedaan door de verlichting in het museum aan te passen, geen felle lampen of daglicht. Misschien zullen in de toekomst de werken minder vaak geëxposeerd worden, of misschien zijn ze maar een paar uur per dag te bezichtigen.
Met een collectie van 200 schilderijen, 500 tekeningen en 900 brieven heeft het Van Gogh Museum in Amsterdam de grootste verzameling werken van Van Gogh. Het museum is zeven dagen per week open, dus gelegenheid genoeg om het museum een bezoek te brengen en zelf te kijken hoe het met de kleuren gesteld is.
Adres
Van Gogh Museum
Paulus Potterstraat 7
Amsterdam
Openingstijden
Dagelijks van 09.00-17.00 en op vrijdag tot 22.00
Vincent van Gogh (1888) Veld met irissen bij Arles